wonen in gezonde lucht

Wonen in (on)gezonde lucht in Kortrijk: het verslag

Het was een aangename nazomerdag, die zaterdag dat het tweede luik van het verkiezingsluik werd aangevat. Vertrekpunt op 15 september was opnieuw Pand.A, van waaruit al fietsend een korte trip gemaakt werd langs plaatsen in de stad waar het gezond of ongezond, veilig of gevaarlijk fietsen was. Cedric Ryckaert, leerkracht aan basisschool Sint-Paulus, legde ter plekke uit hoe het speelplaatsproject tot stand kwam, en hoe hij leerlingen, ouders, directie en stad meekreeg in een participatief verhaal dat begon bij een speelplaats, maar ondertussen verder is uitgedijd.

Nele Bouckaert (Milieudeskundige bij Logo Leieland) stond in het Astridpark stil bij het nut van groen in de stad. Gerda Flo (Klimaatstad Kortrijk) toonde de schoolstraat bij de Basisschool Pius X en legde uit hoe de luchtmetingen in de Minister Liebaertlaan werden gevoerd.

Terug in Pand.A schoven vertegenwoordigers van de verschillende politieke partijen aan tafel: Emile Declercq (sp.a), Arno Maddelein (Groen), Anke Seynaeve (N-VA), Ruth Vandenberghe (Team Burgemeester), Liselotte Vandevelde (CD&V 4.0) en Jouwe Vanhoutteghem (PVDA). Kortrijk Vooruit en Vlaams Belang gaven verstek.

DSC_0283.JPG

Een vraag voor de oppositie: welke realisaties van de voorbije jaren zijn toe te juichen? Liselotte Vandevelde (CD&V 4.0) verwees naar de mentaliteitswijziging (een woord dat wel vaker zou terugkomen in de loop van de namiddag) die werd gerealiseerd. “Er wordt meer gefietst, maar er is nog werk aan de winkel”. Arno Maddelein (Groen) verwees naar de oost-west-fiets-as als ‘good practice’, maar stipte aan dat de noord-zuid-as er nog niet is. PVDA-lijsttrekker Jouwe Vanhoutteghem: “er zijn veel ideeën en er is capaciteit rond randparkings en mobiliteit, maar het aanbod is er niet aan gekoppeld; er zijn mogelijkheden, maar die sluiten niet aan bij de realiteit. Fietsstraten en suggestiefietsstroken zijn onvoldoende. Ze creëren een vals gevoel van veiligheid bij de fietsers en zorgen voor frustratie en defensief rijgedrag bij zowel fietser als automobilist.”

Wat met de coalitiepartners? Waar moet het nog beter volgens hen? N-VA (Anke Seynaeve) wil de park & rides beter inrichten en linken naar het openbaar vervoer; vlottere verbindingen creëren is waar werk van moet worden gemaakt.
Emile Declercq (sp.a) verwijst naar het circulatieplan in Gent als goed voorbeeld. “Mensen die niet met de auto in de stad moeten zijn moet afgeraden worden dit toch te doen.” Ook hij verwijst naar een versterking van het openbaar vervoer en betere infratructuur voor fietsers en wandelaars.

Ruth Vandenberghe van Team Burgemeester keert terug naar de mentaliteit, die volgens haar nog niet voldoende gerealiseerd is. Ze is duidelijk: “er moeten (nog) meer mensen op de fiets en het doorgaand verkeer in de stad moet zoveel mogelijk afgeraden of vermeden worden.”

Blinde vlek

Of het STOP-principe het uitgangspunt is voor hen? Dat is een evidentie, wordt hier en daar geroepen, maar is dat ook zo? PVDA twijfelt. “Het openbaar vervoer is de blinde vlek in alle mobiliteitsplannen. Het moet gratis zijn. Het is goed voor alles, inclusief de lokale economie.” Liselotte Vandevelde (C&V 4.0) pleit voor een mobiliteit die in z’n geheel bekeken wordt. “Het STOP-principe is ok, maar het moet eerder gerealiseerd worden door eenrichtingsstraten in plaats van autovrije straten. Suggestiefietsstroken zijn niet genoeg;  ze creëren een vals gevoel van veiligheid, en fietsstraten zijn ontmoedigend voor fiets en auto.” Ze sluit zich daarmee aan bij de eerder geformuleerde bekommernis van PVDA.

DSC_0265.JPG

De overkapping van de E17, is dat haalbaar? Voor sp.a wel, “als de wil en de langetermijnvisie er is”. En het is financieel haalbaar volgens sp.a. Een paar dagen later zou echter blijken uit een studie van het Agentschap Wegen en Verkeer dat een dergelijke overkapping duurder zou uitvallen dan sp.a had berekend. Team Burgemeester gaat eerder voor een overkraging: “het is efficiënter en, in combinatie met een snelheidsbeperking, ook een werkbare optie”, aldus Ruth Vandenberghe. N-VA gelooft meer in eenvoudige ingrepen en kleinere initiatieven, zoals een lagere snelheid invoeren op de R8. Groen vult dit in als: een bomenplan ontwikkelen, gekapte bomen compenseren en een uitbreiding van Bellegembos.

Een lage emissiezone, nog zo’n splijtzwam. Zijn de partijen pro of contra? PVDA is “in principe niet tegen”, maar zoals het in Antwerpen is georganiseerd is het een “heel asociale maatregel. Er moet ingezet worden op premies voor het vervangen van een wagen, de aanschaf van een elektrische fiets, abonnementen op openbaar vervoer,…  zodat de mensen die zich geen uitstoot-neutrale wagen kunnen veroorloven, niet uit de boot vallen.”
N-VA is tegen. Anke Seynaeve: “dit is geen mentaliteitswijziging, maar het probleem verschuiven.” Arno Maddelein (Groen) ziet meer in infrastructurele werken, CD&V 4.0 wil eerst inzetten op andere maatregelen. Sp.a is voorstander, maar vindt dat het ruimer moet worden aangepakt dan op stadsniveau. Team Burgemeester gaat naar de kiezer met de belofte van een fietszone in het Kortrijkse centrum van 74 aaneengesloten fietsstraten.

DSC_0250

Kernverdichting

Een volgende vraag ligt voor: is versnippering een probleem in regio Kortrijk en is kernverdichting hiervoor een oplossing? Liselotte Vandevelde (CD&V 4.0): “de infrastructuur in de deelgemeenten moet behouden blijven, zodat de inwoners niet voor alles naar stad moeten komen. Dat leidt alleen tot meer verkeer.” Team Burgemeester zoekt het in de hoogte als alternatieve manier om te wonen, naast de betonstop die al werd doorgevoerd. N-VA volgt dit pleidooi om in de hoogte te wonen, in combinatie met het aanpassen van nieuwbouw naar groene mogelijkheden. Groen en PVDA gaan volop voor kernverdichting. Immers: “een stad van verkaveling is te belastend” (Arno Maddelein).

Mobiliteit en (on)gezonde lucht, het is heel nauw met elkaar verweven. Maar het effect van houtkachels en open haarden is niet te onderschatten.  Jouwe Vanhoutteghem (PVDA) pleit voor het invoeren van een stedelijk energiebedrijf om deze uitstoot tegen te gaan. Verbieden is geen optie volgens Anke Seynaeve (N-VA). Mensen moeten zelf de keuze hebben. CD&V wil ook niets verbieden maar milieuvriendelijke maatregelen ondersteunen. Bewustmaking, renovatiebegeleiding en sensibiliseren zijn hier de sleutelwoorden.

Op die manier komen we terug bij mentaliteitswijziging. Emile Declercq (sp.a) vindt dat dakisolatie efficiënter moet en zoveel mogelijk worden uitgebreid. Slecht geïsoleerde daken moeten worden verbeterd, isolatiepremies uitgebreid. CD&V 4.0 sluit zicht hierbij aan: de premie uitbreiden zodat meer daken geïsoleerd kunnen worden. Nog eens sp.a: tuinen biodiverser maken, eventueel met behulp van een tuincoach, aangesteld door de stad. Of diverse bomenpakketten aanbieden die specifiek samengesteld zijn naargelang de diverse liggingen. Er moet ook worden ingezet op zonnepanelen, in eerste fase op overheids-en openbare gebouwen, later zoveel mogelijk privéwoningen.

 

Haalbaar en betaalbaar wonen

Een avond over betaalbaar en haalbaar wonen

Voor de start van het verkiezingstraject van Vormingplus MZW, bibliotheek Kortrijk, Kunstencentrum Buda en Buda vzw, trokken we op 13 september 2018 opnieuw richting Pand.A, waar enkele maanden geleden politicoloog Filip De Rynck (lees hier het verslag van deze avond) de gemeentepolitiek nog haarfijn fileerde.

Uitgangspunt van deze avond, 1 maand vóór de gemeenteraadsverkiezingen, is de vraag in welke mate wonen in Kortrijk nog haalbaar en betaalbaar is (en zal zijn). En hoe zorgen de mogelijk toekomstige beleidsmakers daarvoor?

Mieke Clarissimo, stafmedewerker Ruimtelijke & Economische Stadsontwikkeling bij Stad Kortrijk, bijt de spits af. Ze verduidelijkt een onderzoek dat vorig jaar in Kortrijk gevoerd werd en waarbij 7000 mensen werden bevraagd. Enkele cijfers: 4 % van de ondervraagden gaf aan problemen te hebben om de kost van de woning te betalen (gemiddeld is dat 6 % in de centrumsteden). Op wijkniveau blijkt dat bvb. Kortrijk-Oost, Kortrijk-West en Rollegem daar problemen mee hebben.

Kortrijk ziet er anders uit dan andere steden: in de stad staan veel meer rijwoningen of gesloten bebouwingen. In andere centrumsteden zijn meer appartementen te vinden. In vergelijking met 2004 is het woonaanbod op vlak van sociale huisvesting in Kortrijk niet drastisch gestegen: momenteel 8,2 %, onder het gemiddelde van de centrumsteden (8,6 %). Vooral Kortrijk-West, Kortrijk-Oost en het centrum ondervinden mensen meer structurele problemen in de woningen. De tevredenheid in de buurt is er even hoog als in 2011.

DSCF0232.JPG

Paraplu

Vervolgens komt vastgoedmakelaar Jürgen Vandamme aan het woord. Hij somt enkele opmerkelijke tendensen op. Zoals deze: dat banken moeilijker leningen toekennen aan mensen die het moeilijk hebben om een huis te kopen; hoe moeilijker je hebt om te betalen, hoe hoger de rentevoet. Vandamme omschrijft het als volgt: “Als de zon schijnt, krijg je een paraplu en als het regent nemen ze hem af.” Of nog: wil je kopen, dan heb je nu veel meer eigen inbreng  nodig dan vroeger vooraleer je kan lenen. Banken vragen 10 % eigen inkomsten van de aankoopprijs (plus de notariskosten) en zien liever tweeverdieners met een solide inkomen. Om een huis van € 200 000 euro te kopen, heb je € 25 000 eigen inbreng nodig. Maar, zo vroeg Vandamme zich af, hoeveel jonge mensen hebben dit al gespaard? “Er moet meer hulp komen van ouders en grootouders, maar hoe lang gaat dat blijven lukken voor hen?”

Nog een vaststelling: de plaats bepaalt de waarde van je huis. De Pluimstraat is de Wolvendreef niet… Vastgoedmakelaars merken dat rijwoningen langs steenwegen zakken in prijs. Idem voor oudere villa’s en fermettes. Jongeren zien de renovatie- en energiekosten niet meer zitten. Instapklare woningen met een tuintje doen het wel goed, hetzelfde geldt voor woningen en appartementen met een uniek zicht.
Ook het huren is niet goedkoop: gemiddeld betaal je maandelijks € 750 voor een Kortrijks appartement. “Ook op de huurmarkt zien we steeds meer probleemdossiers”, constateert Vandamme.

Baksteen

Björn Mallants, directeur van het VVH (de Vereniging van Vlaamse huisvestingsmaatschappijen), vertrekt vanuit het bekend gezegde: de Vlaming is geboren met een baksteen in zijn maag. Nochtans was Vlaanderen na de twee Wereldoorlogen een huurdersmarkt, en dat is vandaag de dag in Duitsland en in zekere mate ook in Nederland nog steeds het geval. Maar in België heeft men ervoor gekozen om heel sterk in te zetten op eigendomsverwerving.

Die baksteen krijgen we niet uit de maag, maar voor een vrij grote groep is de droom van een eigen woning niet haalbaar. Momenteel staan in Vlaanderen 135 000 mensen op de  wachtlijst van een sociale woning, terwijl er in totaal maar 150 000 woningen beschikbaar zijn. Maar de ware problematiek is veel groter, zo waarschuwt Mallants: 250 000 mensen komen in aanmerking of zijn, met andere woorden, zo arm dat ze een sociale woning nodig hebben. Het gevolg is dat ze een woning op de huurmarkt moeten huren, wat vaak resulteert in slechte kwaliteit, betaalbaarheidsproblemen, …. “Daar moeten we als samenleving een oplossing voor zoeken”, is de logische conclusie van Mallants.

Een heel eenvoudige oplossing voor armoede en slechte huisvesting is het aanbieden van voldoende sociale huisvesting. Iemand in een sociale woning betaalt in Kortrijk € 300, terwijl hij op de privémarkt het dubbele of meer betaalt. Hierdoor verandert niet alleen het wonen, maar kunnen schoolfacturen worden betaald, een uitstapje van de kinderen, kledij…. Het armoederisico van de Vlaming zakt met 40 % na de toekenning van een sociale woonst.

In Kortrijk zijn er meer dan 2200 sociale huurders, met een wachtlijst van meer dan 1700 huurders. 1400 hiervan wonen in Kortrijk, en hebben duidelijk een acuut woonprobleem. De effectieve groep mensen met een woonprobleem is dubbel zo groot. De toewijzing van sociale woningen verloopt druppelsgewijs: 2 jaar geleden wees de stad 143 woningen op één jaar tijd toe. Vrijwel alle woningen werden toegekend aan mensen die al in Kortrijk woonden.

De oplossing is volgens Mallants dan ook eenvoudig: “Bouw meer sociale woningen. De tijd dat je deze woningen afscheidt van andere woningen is echter voorbij. Als stad behoor je te werken aan het versterken van het sociaal weefsel, en op herontwikkeling en verdichting. De Venningwijk, die een Europese prijs won, is hier een mooi voorbeeld van. Het project toont aan dat je op een intelligente manier kan herontwikkelen met meer aandacht voor andere aspecten dan het wonen alleen.”

Tijdens deze avond komen niet alleen professionals aan het woord. De politiek kan  reageren, en dat gebeurt in een eerste gesprek tussen Wout Maddens (Team burgemeester), Matti Vandemaele (Groen), Astrid Destoop (Cd&V 4.0) en Marniek Debruyne (Kortrijk Vooruit).

DSCF0245

Aangenaam

De huidige Schepen van ruimtelijke ordening, Wout Maddens (Team Burgemeester), bijt de spits af. Voor hem is de eerste uitdaging duidelijk. “Welke stad willen we zijn? Mensen kiezen voor de stad omdat het aangenaam wonen is. We moeten dus een levendige, aangename stad creëren. Hoe iemand woont, kan heel verschillend zijn. Iemand die geld heeft, kan een villa kopen en twee wagens en zelfs een derde als de kinderen groot zijn. Wie die keuze niet heeft, wordt gedwongen in bepaalde richting. We mogen als stad niet alleen de miserie aantrekken. Open ruimte moet opengelaten worden. Verstandig verdichten is aan de orde. We zitten momenteel op die lijn: nog voor het idee van de betonstop was aangevoerd door de Vlaamse Bouwmeester, hadden we die keuze in Kortrijk al gemaakt.”

Volgens Marniek Debruyne (Kortrijk Vooruit) moet de stad inzetten op renoveren. “Ik zie veel huizen zonder garage. Jonge mensen moeten altijd flexibel zijn, dus de wagen moet er zijn.” En hij verwijst naar het cohousingproject in Kortrijk (‘Hof van Prado’, is de gloednieuwe naam van het project): “Het komt niet van de grond.”

Wel een goed voorbeeld vindt hij in Roeselare waar mensen het huis dat ze huren, later kunnen kopen. “Wat ze de eerste 5 jaar betaalden, telt mee in de afbetaling. We moeten af van grote verkavelingen met enkel sociale huizen”. Bij het project van De Venning heeft Debruyne meer vragen: “Je drukt een stempel op de wijk, er is geen sociale mix meer.”

Buurtje

Astrid Destoop (CD&V 4.0) benadrukt dat Kortrijk een voldoende gevarieerd woonaanbod nodig heeft. “Er moet een aanbod zijn van een beetje van alles. We zijn niet tegen grote loten op verkavelingen – die moeten er zijn -, maar in verhouding tot de vraag. Ik hoor de schepen niet graag zeggen dat we moeten nadenken over andere formules zoals hoogbouw. We moeten er een buurtje van maken. De versterking van de buurten is belangrijk. Je woont niet in een huis, je woont in een buurt waar je je thuis wil voelen. Er moet dus voldoende dienstverlening zijn: een buurtwerking, een school, een bib, een bakker, een slager,… Het is daarom bijzonder spijtig dat de populaire buurtbib in wijk De Blauwe Poort is verdwenen. In het buurtcentrum moet de stad dienstverlening aanbieden en zo lokale handelaars aantrekken.”

Voor Matti Vandemaele (Groen) moet de stad meer zijn dan alleen leefbaar. Mensen moeten er graag wonen. “Van bib tot flik, iedereen moet aanspreekbaar zijn. Mensen zijn bereid om dichter te gaan wonen als het park de living wordt van de mensen. Ik ben zelf papa, ik ga in heel veel wijken niet fietsen met mijn kinderen omdat het niet veilig is.” Politiek is keuzes maken en de verkaveling van Wout Maddens met 3 auto’s is volgens Vandemaele voorbij. “De stad zou moeten werken met systemen van erfpacht of community land trust, zodat ook mensen voor wie niet meer haalbaar is, een woning kunnen kopen. De stad moet outreachend werken op het vlak van renovaties: de stad stelt renovaties aan woningen voor, deelt de kost met de eigenaar en deelt mee in de winst op de energiefactuur. Ook moeten in privé-woonprojecten een aantal wooneenheden aangeboden worden onder die prijs om betaalbare woningen aan te bieden, bijvoorbeeld aan ouderen. Het is bovendien jammer dat praktijktesten op de huurmarkt voor huidig bestuur onbespreekbaar zijn.”

In een tweede debat komen Maxim Veys (sp.a), Filip Desmet (PVDA), Jacques Demeersseman (Vlaams Belang) en Piet Lombaerts (N-VA) aan het woord.

Maxim Veys (sp.a), voorzitter van de sociale huisvestingsmaatschappij Wonen Regio Kortrijk, geeft aan dat de prijzen relatief gestegen zijn. “Kortrijk is één van de weinige steden waar appartementen duurder zijn dan woningen. Er zijn veel te weinig sociale woningen. We moeten naar een verdubbeling, die Vlaanderen financiert. In Kortrijk doen we nu een totale renovatie, waardoor heel wat sociale woningen leegstaan. Er moet ook meer controle op de huurmarkt komen (met een conformiteitsattest tegen 2024), een controle op de affichage van correcte huur en praktijktesten, zoals in Gent. Deze testen werken.”

Budalys

Voor Filip Desmet (PVDA) is het probleem klaar en duidelijk. De huurmarkt geeft veel problemen en miserie omdat er te weinig woningen zijn. “De crisis wordt niet opgelost door klassieke partijen. Men zet in op andere dynamieken die je ziet als je langs de Leie woont: een serviceflat in Budalys kost € 1700 tot € 3000.”
Desmet haalt zijn mosterd uit Wenen, dat al 9 jaar na elkaar verkozen is tot de beste stad om in te wonen. “De stad neemt de markt in handen. Men richt een wooncoöperatie op die zelf huizen bouwt, isoleert en renoveert, onafhankelijk van projectontwikkelaars. Men investeert volop in sociale woningen en op basis van objectieve criteria wordt de prijs gecontroleerd.”

Jacques Demeersseman (Vlaams Belang) pleit voor een huursubsidie voor mensen die op de wachtlijst voor sociale woning staan. “De basislijn is om zoveel mogelijk mensen een eigen woning te laten kopen. Hiervoor moet de overheid overeenkomsten sluiten met de banken. Tot slot mogen sociale wijken geen getto’s worden, maar moeten ze worden geïntegreerd in andere wijken. Kortrijkzanen moeten voorrang krijgen op personen van niet-Europese afkomst. En de betonstop, waar Wout Maddens al naar verwees, moet zeer omslachtig begeleid worden, want het werkt speculatie in de hand.”

Piet Lombaerts (N-VA), voorzitter van de Kortrijkse gemeenteraad, benadrukt de rol van Kortrijk als bloeiende studentenstad. “De studenten moeten blijven of terugkomen: er moet werk zijn, het moet veilig zijn. We hebben een ruim cultureel aanbod en crèches nodig.” Lombaerts legt vinger op de wonde. “Het probleem is momenteel dat grote woningen niet verkocht geraken. We kunnen sturen door middel van opcentiemen die de stad kan heffen en verlagen om aan te moedigen om in bepaalde buurten te gaan wonen. Ook moeten we oude verkrotte woningen opkopen en grond en woning splitsen. Men verwerft hier de woning, maar niet noodzakelijk de grond. Het verkavelen is eenvoudiger geworden: we kunnen percelen splitsen. Als één onbebouwd perceel overblijft, moet je niet meer aan verkavelingsvergunning voldoen.”

Een oplossing voor het thema vergrijzing-verjonging ziet Jacques Demeersseman (Vlaams Belang) niet direct. Volgens Piet Lombaerts (N-VA) wordt hieraan gewerkt. “We zouden zelfs in andere steden publiciteit kunnen maken voor onze stad, die relatief goedkoop is in vergelijking met andere steden. Studenten moeten blijven. Zo is Hangar K, dat linken legt tussen bedrijven en studenten een mooi initiatief.”

Filip Desmet (PVDA) stelt dat in alle grote steden dure privé-serviceflats leeg staan en er een tekort is aan het lage gamma.“De privésector zal dit niet oplossen. De stad moet investeren in het lagere gamma van rusthuizen. Om jonge mensen aan te trekken is huisvesting, groen en fijn stof en energie belangrijk. We moeten investeren in goedkopere huur- en koopwoningen, in combinatie met mobiliteit. Kortrijk heeft de meeste verkeersdoden en gekwetsten in het verkeer. De stad is omgeven door de Ringlaan en autostrades, niet door groen.”

Maxim Veys (sp.a) ergert zich aan zijn collega’s die maatregelen voorstelden die al geregeld zijn: “De huursubsidie kan je aanvragen bij Vlaanderen. De renovaties worden begeleid door de stad. We moeten ernaar streven dat iedereen kan kopen.”

Een oplossing zijn wooncoöperaties, waar de grond collectief is. Daar woon je tijdelijk. De echte sleutels zijn volgens Veys Vlaams en dé olifant in de kamer is de Vlaamse woonbonus. “Vijfenzestig procent van het Vlaamse budget gaat naar de eigenaars. Vlaanderen weigert te investeren in meer sociale huisvesting. Ik zou graag veel betaalbare woningen bouwen, maar de stad kan dat niet. Wat we wel deden, is de woonclub uitbreiden en in het leefloon werd de huur in rekening gebracht. Een mooi voorbeeld vind je in Gent in het project ‘Dampoort knapT OP!’: mensen kopen woningen, de stad helpt opknappen en recupereert het geld dat gewonnen wordt aan lagere energiefacturen.”

wonen in diversiteit

Wonen in diversiteit: wat de partijen ervan vinden

Op zaterdag 22 september vindt het derde luik van dit verkiezingsparcours plaats. In het poortgebouw van VETEX praten nieuwe en oude Kortrijkse inwoners én politici in respectvolle gesprekken over wonen in diversiteit en specifiek over de thema’s eenzaamheid, discriminatie en  godsdienstbeleving.
We legden de aanwezige politici al enkele vragen voor.

Mohamed Ahouna (Team Burgemeester)

41744490_1558554527624218_4423568486677086208_oZich thuis voelen in de stad, aansluiting zoeken bij de buurt waarin je woont: hoe doe je dat?

  • We moeten mensen meer stimuleren om deel te nemen aan de vele interculturele activiteiten in Kortrijk (sportactiviteiten, KV Kortrijk, evenementen, cursussen,…). Nog te veel mensen weten niet wat het aanbod is: KortRIJK Aan Culturen, BBQ’s in de week, Iftars,… Er is echt veel te doen.
  • Buurtcomités groeien in Kortrijk. We moeten ook aandacht hebben voor diversiteit in deze comités. Ook de Stad en Politiezone Vlas worden best diverser.
  • Een belangrijke rol is weggelegd voor rolmodellen in diversiteit: voetballers bvb. Waarom geen brandweervacatures bekendmaken in de gemeenschappen? Dokters, grote handelaars,… een stem geven in bv. het Stadsmagazine.

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

  • Wij willen de strijd aangaan met alle vormen van discriminatie. Met 133 nationaliteiten is Kortrijk een heel diverse stad. Racisme en vooroordelen horen daar niet in thuis. We willen daarom in overleg met de immo-sector en op de arbeidsmarkten praktijktesten (anonieme steekproeven) organiseren tegen discriminatie zoals professor Stijn Baert die in Gent heeft georganiseerd.
  • Tegen klachten over discriminatie zou het parket strenger moeten optreden. Het heeft een voorbeeldfunctie.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

  • Godsdienstvrijheid maakt deel uit van onze basiswaarden
  • Er zijn plannen voor een nieuwe moskee in Kortrijk in plaats van de huidige. De bouwaanvraag zal worden behandeld zoals elke andere, met bijzondere aandacht voor de mobiliteitsaspecten.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

  • Ons onderwijssysteem is goed maar hard voor wie achterop geraakt. Kinderen moeten snel mee zijn met de taal of raken achterop. Ouders spelen hier een belangrijke rol in.
  • Scholen zijn belangrijke plaatsen om problemen op te merken: in Kortrijk bestaan brugfiguren die probleem kunnen signaleren. Dat bestaat nu al in de kleuterschool en lagere school. We willen dit ook in secundaire scholen. Belangrijke partners in de stad kunnen hierbij helpen: de moskee, vrouwenverenigingen,…
  • Brede, gemengde scholen blijven een meerwaarde.

Heidi Walgraeve (PVDA)

eur_eff_11_walgraeve_heidi_800_x_800Zich thuis voelen in de stad, aansluiting zoeken bij de buurt waarin je woont: hoe doe je dat?

  • Eenzaamheid is een gevolg van een veelheid aan factoren: te weinig inkomen, een tekort aan sociale contacten, een wankele gezondheid, te weinig autonomie in het leven, een slechte woning, geen job, het ervaren van racisme of discriminatie,… Armoede en sociale uitsluiting maken eenzaam. Houd de dienstverlening bereikbaar, begrijpelijk en behulpzaam en betrek de mensen op het niveau van hun wijk.
  • Budgetbegeleiding, woonbegeleiding, hulp bij PVDA_logo_2015_PMS361outline - Heidi Walgraeveonderwijs en opvoeding, maar ook ontmoetingsmomenten en -activiteiten om mensen samen te brengen: daarvoor moet je terechtkunnen in het wijkhuis. In samenwerking met straathoekwerkers kunnen we die mensen opzoeken die baat zouden hebben bij de werking van het wijkhuis maar hun weg ernaartoe niet vinden.

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

Een diversiteitsplan moet er voor zorgen dat het personeel van de stadsdiensten een afspiegeling wordt van de diversiteit in de stad op alle vlakken. Kortrijk moet zich aansluiten bij ECCAR, de Europese coalitie van steden tegen racisme, om ervaringen in racismebestrijding uit te wisselen. Kortrijk moet zelf discriminatie op de woonmarkt opsporen en bestrijden met proactieve praktijktesten. Maak de zitbanken aan de ingang van de K terug vrij. Laat de mensen zitten en keuvelen. Moedig gevelbanken bij de geveltuintjes aan en maak parels van parken. Stel de zalen van Kortrijk ter beschikking aan een schappelijke prijs. Politiewerk zonder etnisch profileren door vorming en duidelijke richtlijnen voor controles, met nadruk op de wijkagenten.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Ieder mens moet vrij om zijn/haar godsdienst of levensovertuiging te kunnen kiezen en beleven. Ook samen met anderen en ook in de publieke ruimte, in overeenstemming met de mensenrechten. Dit betekent dat ieder mens ook op een bidplaats terecht moet kunnen. En in de publieke ruimte, op de werkvloer, op school,…. de religie/ levensovertuiging kan uiten.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

Door voldoende studiebegeleiding te voorzien op school en in iedere wijk. Door tussen te komen in de kosten voor activiteiten. Kinderen die geen gezonde volle maaltijd per dag eten kunnen gezondheidsproblemen ontwikkelen en presteren ook minder goed op school. Daarom willen wij een gratis gezonde maaltijd op school. Sporten en dansen moeten toegankelijker en goedkoper. Sport- en dansverenigingen krijgen voldoende werkingsmiddelen en we komen tussen in de kosten voor lidmaatschap van een sport- of dansclub. We willen een project lanceren om aan de slag te gaan met Pleinpatrons. Dit zijn animatoren op buurtpleinen. Jongeren vanaf 16 jaar nemen zo verantwoordelijkheid op voor hun eigen plein in samenwerking met professionele coaches uit het jeugdwerk.

Dieter Devos (CD&V 4.0)

avatar-3424-dieter-devosZich thuis voelen in de stad, aansluiting zoeken bij de buurt waarin je woont: hoe doe je dat?

Wij zetten in op de buurt: buurtraden installeren die een budget krijgen en accenten kunnen leggen. Wij willen zoveel mogelijk mensen daarbij betrekken, daarin is ons 16-19u plan belangrijk: na de school de kinderen opvangen van alle ouders en hun hobby’s laten uitoefenen, zo kunnen de ouders met elkaar in contact komen en vormen de kinderen het weefsel die de buurt draagt.

IMG_0336 - Benjamin Herman

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

Discriminatie moet opgespoord worden, eventueel met mystery calls. Mensen moeten gelijke kansen krijgen.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Iedere godsdienst (en er zijn er toch een aantal in Kortrijk) heeft recht op zijn gebedshuis en moet zijn godsdienst kunnen beleven. Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn om ‘haatspeechen’ te geven. Daarom moeten we de gemeenschappen betrekken en hen ook aanmoedigen om voor een erkenning te gaan, zo weten we wat er gaande is in de gebedshuizen.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

Proberen zo veel mogelijk kinderen te krijgen naar het kleuteronderwijs is een doelstelling. Taal is voor een groot stuk de sleutel tot integratie. We hebben een hoge werkloosheid in Kortrijk, maar er is zich een enorme opportuniteit aan het ontwikkelen: de komende 5 à 10 jaar zal er een enorme uitstroom zijn in Zuid- en Midden-West-Vlaanden van de arbeidsmarkt. Mensen van verschillende herkomst moeten we begeleiden en opleiden.

Alexandra Gjurova (Groen)

DSC_7731zw-1-768x768

Zich thuis voelen in de stad, aansluiting zoeken bij de buurt waarin je woont: hoe doe je dat?

Groen wil levende pleinen en buurten. De pleinen zijn de living van de Kortrijkzaan en de inrichting ervan moet aanzetten tot ontmoeting. Groen zet in op een sterk sociaal weefsel. We richten buurtpunten op waar verschillende functies samenkomen: zorg, dienstverlening en ontmoeting. De buurtwerkers zijn er de groen_logo - Alexandra Gjurovadraaischijf. We zorgen voor wie het nodig heeft. Groen kiest voor een wijkgericht beleid met straathoekwerkers, brugfiguren of wijkregisseurs die zelf naar maatschappelijk kwetsbare inwoners gaan. We ondersteunen buurten/buren om zelf mee hun buurt te maken. In alle deelgemeenten en enkele wijken zijn er OC’s. We zorgen voor stevige ondersteuning en maken een ontmoetingsruimte in het centrum. Elk OC is ook een buurtpunt.

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

Een groene stad maken we samen. De bevolking verandert. Ze wordt gekleurder en ook ouder. Een Groen-beleid is daarop afgestemd en toetst of elke beslissing bijdraagt aan de uitbouw van een warme, diverse stad.

Het stadsbestuur geeft het goede voorbeeld en doet als grote werkgever zelf inspanning op vlak van diversiteit. Het personeel bij de stad en haar zogenaamde satellieten wordt meer en meer een afspiegeling van de bevolking. Ook bij de politie. We meten de diversiteit bij het personeel en voeren streefcijfers in.

Discriminatie op de huurmarkt willen we met Groen aanpakken met praktijktesten.

Groen luistert naar de bevolking en de noden die leven. We verbreden en verdiepen participatie- en inspraakprojecten, zoals ‘Kortrijk Spreekt’.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Superdiversiteit is een feit, ook in Kortrijk. Elke geloofsgemeenschap heeft het recht om zijn geloof samen – op een comfortabele manier – te kunnen beleven.

Met Groen steunen we dan ook de Kortrijkse islamitische geloofsgemeenschap om een kwalitatieve en veilige accommodatie op korte termijn te realiseren. We willen samen met de moskee streven naar een snelle erkenning van hun werking in Kortrijk en willen er bij de bevoegde minister op aandringen om opnieuw moskeeën te erkennen in Vlaanderen.

Groen vindt een transparante moskeewerking in Kortrijk belangrijk. Het gebruik van het Nederlands in de werking en tijdens de preek in het vrijdaggebed is daarbij essentieel.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

Groen wil een ‘lokaal loket kinderopvang’ in overleg tussen alle partners in de buitenschoolse en dagopvang. We ondersteunen initiatieven om de capaciteit te verhogen. Het loket biedt ondersteuning om passende kinderopvang te vinden in relatie met de school. Via het concept van ‘brede scholen’ kan het aanbod verruimd worden.

Groen wil ook brugfiguren in het secundair onderwijs. Vroegtijdige schoolverlaters sporen we pro-actief op. We zorgen voor een intensieve trajectbegeleiding richting opleiding en werk.

Groen zet in op gezonde voeding en beweging. Zo begeleiden en ondersteunen we bijvoorbeeld scholen in het vergroenen van de speelplaats. Bedrijven, scholen en sportkantines werken samen rond gezonde en betaalbare maaltijden op school.

Axel Ronse (N-VA)

axel_ronse_c_anne_deknockZich thuis voelen in de stad, aansluiting zoeken bij de buurt waarin je woont: hoe doe je dat?

Nog teveel kindjes van nieuwkomers zijn geen lid van de scouts, de Chiro, een muziekclub of sportclub. Nochtans is dat de uitgelezen plek waar ze echt een Vlaamse Kortrijkzaan worden. De komende 6 jaar moeten we ervoor zorgen dat die kindjes actief participeren aan ons LOGO_NVA_DDDverenigingsleven. Niet afkomst maar toekomst telt. Wij maken van elke inwoner iemand die fier is op onze stad, taal, geschiedenis en cultuur.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Godsdienstvrijheid is ons hoogste goed en maakt deel uit van onze westerse waarden. Die waarden gaan ook over onze scheiding tussen kerk en staat en gelijkheid van man en vrouw en respect voor holebi’s. Nooit mogen we in naam van godsdienst die waarden laten vallen. Gescheiden zwemmen op basis van afkomst of religieuze redenen is voor ons daarom bijvoorbeeld compleet uit den boze. Waarom zou een autochtone man niet met moslima’s mogen gaan zwemmen? Conclusie: godsdienstvrijheid: ja, maar we hebben nog pakken werk om vrij letterlijke interpretaties van godsdienstige teksten uit onze samenleving te weren.

Hoe kan je de eenzaamheid in de stad doorbreken?     

Eenzaamheid is een enorm verdoken probleem in onze stad. We gaan het niet oplossen door 2x per jaar een wijkwerker naar de huizen te sturen. We moeten durven experimenteren. Nogal wat oudere mensen wonen bijvoorbeeld in grote huizen terwijl jongeren op zoek zijn naar een leuk stekje in de binnenstad of centra van de deelgemeenten. Waarom die huizen niet splitsen in meersgezinswoningen? Dat biedt de ouderen de kans om nog in hun huis te blijven en geeft jongeren perspectief om een eigen woning te hebben. Tegelijk ontstaat een dynamiek tussen de jongere en oudere mensen, wat de eenzaamheid zal doorbreken.

Wie eenzaam is of in sociaal isolement zit moeten we ook opnieuw ‘fier maken op zichzelf’, we moeten op zoek gaan naar hun talentenen en manier aanbieden waarop ze die opnieuw kunnen ontplooien. Vrijwilligerswerk in muziekverenigingen, jeugdbewegingen, de buurt, noem maar op!

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

Nederlands is onze voertaal. We merken dat heel wat nieuwkomers ze onvoldoende machtig zijn terwijl hun kindjes dat wel al kunnen. Daardoor missen ze vaak oudercontact en de dynamiek met ouders van andere kindjes. We moeten echt de inspanningen opdrijven om iedereen het Nederlands te laten spreken. Dat is een verhaal van rechten en plichten. Ook de participatie van nieuwkomers aan culturele evenementen zoals de Schouwburg of Sinksen is vaak ondermaats. Dat moet beter.

Ryma Ramou (Kortrijk Vooruit)

DSC_3555Zich thuis voelen in de stad, aansluiting zoeken bij de buurt waarin je woont: hoe doe je dat?

Men kan zich voor de volle procent thuis voelen in een stad , wanneer men de taal van de inwoners spreekt. Dit is de stap om zich ten volle te integreren. Allochtonen die in Kortrijk komen wonen kunnen een inburgeringstraject volgen, maar dit is niet intensief genoeg. De looptijd van het traject moet opgetrokken worden naar anderhalf jaar, zodat men ten volle de Nederlandse taal machtig is. De stad moet nog meer inzetten op participatie van de allochtone bevolking om de Kortrijkse evenementen te bezoeken en er aan deel te nemen. Op deze manier kan men met elkaar verbonden worden.

Kortrijk-vooruit_logo

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

Iedereen heeft recht op een woning, ongeacht afkomst of religie. Verhuurders, al dan niet particulier of via een kantoor, die een kandidaat-huurder het te huren pand weigeren omwille van zijn/haar afkomst worden te weinig bestraft. Hier moet fel tegen opgetreden worden en worden gesanctioneerd.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Godsdienst beleven is een basisrecht, en is ook zo opgenomen in de grondwet. Iedereen moet zijn geloof op zijn eigen manier kunnen beleven, vanuit een vrije, niet-opgedrongen keuze. Het geeft een identiteit aan de persoon. Het geloof beleven gebeurt ook binnen de moslimgemeenschap in een eigen gebedshuis dat, naarmate alle officiële vergunningen van kracht zijn, ook in dienst zal kunnen genomen worden.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

Ik stel vast dat de samenleving vandaag de dag, reeds vanaf jonge leeftijd, hogere eisen gaat stellen, waar veel kinderen niet kunnen aan voldoen. Dat is spijtig, want hierdoor vallen velen vroegtijdig uit de boot. Daarom pleiten wij voor een nog doeltreffender ondersteuning vanuit de scholen. De brugfiguren van de scholen leveren hier puik werk, maar het kan nog intenser.

Joost Bonte (sp.a)

Hoe kan je de eenzaamheid in de stad doorbreken?     

SP.A_Facebook_profielfotos_-_ok_final10-crop-c0-5__0-5-198x198-90Eenzaamheid is een gevolg van uitsluiting. Uitsluiting is een gevolg van armoede en/of kwetsbaarheid. Armoede en kwetsbaarheid maken dat er niet kan geparticipeerd worden in en aan de maatschappij. Een stad moet mensen insluiten door individuen uit hun armoede te helpen, door een toegankelijkheidsbeleid te voeren naar mensen in kwetsbare situaties, door geen maatregelen te nemen of ondersteunen die mensen in kwetsbaarheid houdt. Er Logospa - Maxim Veysmoet wijkgericht ingezet worden op samenleven, de wij-wijk, en bewoners moeten verleid worden om met elkaar in verbinding te gaan. Professionals bekommeren zich over zij die geen toegang vinden tot die commons en faciliteren de samenhang.

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

Elke vorm van discriminatie (huur, tewerkstelling, vrije tijd) is strafrechterlijk vervolgbaar. De stad stelt charters op met die sectoren en zet in op meldpunten en mystery-shoppers (praktijktesten zoals in Gent) om wanpraktijken aan te pakken.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Iedereen houdt zich aan de wet en godsdienst is een privé-aangelegenheid die ook in groep mag beleefd worden.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

It takes a village to raise a child. Ouders moeten zich ondersteund voelen in het opvoeden van hun kind(eren). De stad organiseert kinder-, na- en buitenschoolse opvang en legt via steun- en brugfiguren een verbinding met de meest kwetsbaren.

10884051-79bb-43b2-9beb-e407c40f0a78Wouter Vermeersch (Vlaams Belang)

Hoe kan je de eenzaamheid in de stad doorbreken?

Georganiseerde telefoonrondes en postbodes die eenzame bejaarden helpen opsporen. Het zijn twee van de speerpunten uit het lokale seniorenplan tegen vereenzaming dat Vlaams Belang Kortrijk lanceerde in juni 2018.

20091024logo

Hoe voorkomen we discriminatie op huurmarkt en in het samenleven?

Voor Vlaams Belang moeten verhuurders baas blijven in eigen huis: ze moeten de vrijheid kunnen blijven hebben om te verhuren aan wie men wil. Als mensen de keuze maken om aan bepaalde personen niet te verhuren dan zullen ze daar wel hun reden voor hebben. De overheid moet zich daar niet mee moeien. De fundamentele schuldigen voor het fenomeen dat men nu al te goedkoop ‘discriminatie’ noemt, zijn de regeringen die een opengrenzenbeleid hebben gevoerd en grote aantallen moeilijk integreerbare immigranten hebben binnengehaald met fundamenteel andere leefpatronen. Het is al te gemakkelijk om hun terughoudendheid om aan bepaalde categorieën allochtonen te verhuren te bestempelen als discriminatie of racisme.

Kan je vrij je godsdienst beleven? Waar liggen de grenzen?

Vlaams Belang verzet zich niet tegen de godsdienstvrijheid in ons land. Mensen mogen wat ons betreft geloven wat ze willen. Echter, de groeiende aanwezigheid van de islam in onze stad is ontegensprekelijk een vervreemdende factor. In Kortrijk serveert men halalvoeding in de kinderopvang van de stad, organiseerde men gratis lessen Arabisch, heeft men het gescheiden sporten ingevoerd, legde men een moslimbegraafplaats aan in Heule en plant met de grootste moskee van Vlaanderen midden in een Kortrijkse volkswijk. Vlaams Belang wil dat dit stopt! We vinden dat we op deze manier veraf zijn van het thuisgevoel dat we willen teruggeven aan de Kortrijkzanen, het gevoel dat wij ons kunnen thuis voelen in onze eigen buurt, in onze eigen wijk.

Hoe kunnen we in een diverse samenleving onze kinderen goed opvoeden? En hoe leggen we betere contacten tussen scholen en ouders?

Een consequent gebruik van het Nederlands en het benadrukken van onze Vlaamse eigenheid, zal Kortrijk en onze deelgemeenten opnieuw herkenbaar maken en jonge Vlaamse gezinnen aantrekken, wat broodnodig is. Het Nederlands moet in onze Guldensporenstad de bestuurs-, onderwijs- en cultuurtaal zijn. In onze scholen moet het Nederlands de voertaal zijn en de enige omgangstaal blijven tussen de leerlingen onderling, zowel in de klas als op de speelplaats. Het toelaten van anderstalige leerlingen die geen of gebrekkig Nederlands praten in een klas is problematisch voor de onderwijskwaliteit. Leerlingen die onvoldoende Nederlands spreken, horen minstens thuis in een taalbadklas.